Ontlasting

Tijdens een schoolbezoek, hoor ik twee kleuters in de ontdekhoek helemaal opgaan in hun spel. Jij bent een poepie…., nee, jij bent een poepie! NEEEE, jij bent een POEPIE… NEEEEEEEEE, JIJ BENT EEN POEPIE! …. De genegenheid voor elkaar klinkt steeds luidruchtiger en juf Inge gaat kijken wat er allemaal gebeurt. Als juf in de buurt komt, kijken beide kleuters haar glunderend aan. En juf …. jij bent ook een POEPIE!! Juf Inge beantwoordt het complimentje heel gevat met …. En jullie zijn mijn scheetjes. Mooi om te zien dat ‘relatie’ ook in dit alledaagse tafereeltje de basis vormt voor de liefde voor het vak.  Toeval of niet, een van de kleuters is vandaag nog jarig ook en haar moeder heeft als traktatie met veel liefde twintig ‘drollen cupcakjes’ geknutseld voor de klasgenootjes van haar telg.

Onze spijsvertering of het resultaat daarvan houdt ons ook in ons verdere leven nog regelmatig bezig. Naast lessen over gezonde voeding, de verschillende functies van organen, etc. krijgen heel wat kinderen in hun leven helaas ook met de nodige ‘shit’ te maken. Gelijke kansen krijgen ze ondanks alle goede bedoelingen en onze onvoorwaardelijke inzet niet allemaal. Pestprotocollen en aandacht voor mediawijsheid maken het voor sommige kinderen echt niet leuker op school of op het internet. En ook thuis achter de voordeur maken veel kinderen dingen mee, die niet goed zijn voor een harmonische ontwikkeling. Ouders, vaak de wanhoop nabij, schreeuwen om hulp en de school is steeds vaker het ‘duizenddingendoekje’ voor allerlei maatschappelijke kwalen.

Daarom even een beetje etymologie. Ons woord ‘schijten’ is verwant aan het Latijnse scindere, ‘scheiden’ en het Griekse skhízein, wat ‘splijten’ betekent. Ont-lasten wil dus eigenlijk zeggen dat we af willen van dat wat ons in het onderwijs erg belast. Dat wat ons afleidt van de bedoeling van onderwijs, van datgene waarom we ooit voor dit prachtige vak gekozen hebben.

Volgens recent onderzoek zitten de drie belangrijkste energielekken van leraren bij:

  • Niet realistische verwachtingen van ouders;
  • Teveel bezig moeten zijn met randzaken;
  • En je voor alles verantwoordelijk voelen.

Als leraar ben je geen WC-eend die het verborgen vuil onder de rand ook meeneemt. Ieder kind heeft een ondersteuningsbehoefte, sommige kinderen hebben echter een zorg- of hulpvraag. Daar ligt een duidelijke scheiding waar de taak van onderwijs ophoudt en die van jeugdzorg begint. Gelukkig komt er steeds meer aandacht voor preventie. We zien meer  schoolmaatschappelijk werkers en jeugdverpleegkundigen in scholen. In veel steden wordt wijkgericht werken de norm en steeds meer energie gaat naar inclusief werken. Voor de leraar is dat nog steeds te hoog over. Daarom helpt wellicht de volgende praktische tip: Start je algemene ouderavond aan het begin van het jaar eens niet met het uitleggen van de rooster, de lesstof of de klasse regels, maar vraag ouders wat zij van dit schooljaar verwachten en hoe zij je gaan helpen om er een retegoed jaar van te maken voor hun kinderen. Je zult zien dat het een andere infoavond wordt, waar je nog het hele jaar gemak van hebt.

Leraren willen van betekenis zijn voor kinderen, bijdragen aan hun ontwikkeling. Dat is waarom ze het vak in zijn gegaan en waarom ze zo kunnen genieten van alle spontane reacties van kinderen. Ze halen werkgeluk uit die relatie, maar als we alle ‘managementdiarree’ in en om het onderwijs horen en de hoeveelheid (on)gevraagd papier in scholen zien, dan snap je waarschijnlijk wel waarom de vraag naar ‘ontstoppers’ zo luid klinkt.

Overal waar tijd, energie of motivatie weglekt, komen we niet meer toe aan onze primaire verantwoordelijkheid. Werkgeluk bevorderen we juist door wat meer ‘schijt’ te hebben aan die afleidende zaken. We kunnen ook voor een continue frisse bries in onze scholen zorgen door aan de slag te gaan met de volgende suggesties. Ten eerste, we verantwoorden alleen nog op papier wat wettelijk moet en op al het andere zijn we gewoon aanspreekbaar. Ten tweede, we stellen na ieder overleg even de checkvraag; wat gaan onze kinderen hier nu van merken en wat draagt dit bij aan ons teamplezier? En natuurlijk staan we daarbij open voor alle andere ‘ontstoppingsmiddelen’, die aangedragen zullen worden.

Een laatste grote boodschap. Let in deze onzekere tijden s.v.p. een beetje meer op elkaar, want we zijn geneigd om vanuit idealisme, loyaliteit of betrokkenheid over het randje te gaan. We willen een hoop doen, staan voortdurend ‘aan’, doen er lachend een schepje bovenop als een collega dat vriendelijk vraagt, voelen ons verantwoordelijk als er kinderen in de knel zitten en gaan heel flexibel om met voortdurend veranderende omstandigheden. Wat tips: Neem op tijd pauze, zoek elkaar op, doe al wandelend je gesprek, deel lief en leed, ben niet al te of altijd serieus, organiseer informele momenten, etc. Kortom zoek de behoeften van de mens achter je collega en bekommer je een beetje om elkaar, want zonder dat je het in de gaten hebt neem ook jij op een gegeven moment het laatste velletje van je energie-rol en lees je te laat …

 

Deze column downloaden >>>

 

De Pedagogische Polonaise

Geen optocht dit jaar, maar wel een ‘coronabevrijdingsfeest’ koppen lokale media. En zo voelt het ook wel een beetje nu de zon weer wat kracht begint te krijgen, de krokussen al weer uitbundig bloeien en het embleem ‘Oeteldonk draoit deur’ op de kiel genaaid kan worden. Boer Knillis kan volgende week vanaf zijn sokkel op de Markt weer tevreden toekijken hoe alle grote en kleine ‘boeren’ en ‘durskes’ gelukkig weer een beetje normaal kunnen doen. Zonder mondmasker, getooid met de Oeteldonkse tricolore neemt een bonte stoet afscheid van lockdowns, teststraten, boostercampagnes en persconferenties en bepaalt het Oeteldonks protocol voor enkele dagen de ‘gevuulstemperatuur’. 

Een mooi moment om de afgelopen twee jaar nog eens aan ons voorbij te laten trekken in de vorm van een pedagogische polonaise. Terugkijkend vanuit een omgekeerd Oeteldonks perspectief: Is er nu sprake van een leerachterstand of juist een ontwikkelingsvoorsprong, van routineuze schooldagen of unieke leerervaringen voor het leven, van star onderwijsdenken of wendbaar pedagogisch-didactisch handelen? Alles kwam voorbij en voor mij waren dit enkele belangrijke pedagogische lessen. 

Mensen zijn comfortgevoelige wezens. Ze houden van voorspelbaarheid en bij rust, reinheid en regelmaat vaart iedereen wel. De afgelopen tijd hebben kinderen, ouders en collega’s een harde leerschool gehad dat niet alles zo maakbaar is als experts ons willen laten geloven. We hebben om leren gaan onzekerheid en tegenslag, hebben ervaren dat angst een slechte raadgever is en dat humor en relativering het beste medicijn is tegen somberheid. Deze Vastenavond is dan ook een uitgelezen moment om deze donkere periode af te sluiten met een polonaise van plezier, humor en gein. 

Carnaval is een periode van vieren en verbroederen. Wat waren de kinderen blij dat ze na een lockdown hun vriendjes en hun juffen en meesters weer konden ontmoeten. Wat zijn we blij dat teambijeenkomsten geen Teams-overleg meer is. Socialisatie zeker zo belangrijk als kwalificatie. Carnaval is van oudsher een feest van ontmoeting en Brabantse gezelligheid. Dat zien we ook terug in de statistieken. Als we ons de afgelopen periode van een ding zeker niet ‘onthouden’ hebben dan is het intieme feestvreugde, want er is een heuse geboortegolf met nieuwe ‘boerkes’ en ‘durskes’ in aantocht.   

Alle papa’s en mama’s kunnen nu gelukkig weer gewoon aan het werk, want thuiswerken in combinatie met thuisonderwijs was voor menig gezin een behoorlijke uitdaging. Kinderen ontdekten dat hun ouders niet allemaal even goede leerkrachten zijn, ouders spraken vol bewondering en waardering voor ons prachtige vak, in een projectie op het provinciehuis werden we ‘onderwijshelden’ genoemd en ook in Den Haag staan we nu bekend als cruciaal beroep en een vitale sector. Als er iemand de afgelopen tijd een Stêên of Fêêm verdiend heeft, dan zijn het wel al die leerkrachten, pedagogisch medewerkers, directeuren en onderwijs-ondersteuners, die zich iedere dag uit de naad werken.

Met carnaval zijn we uitgelaten, zijn we gelijk, behandelen we elkaar met respect, geven we rondjes of halen we een drankje voor elkaar. Op Vastenavond start ook de vastentijd. Laten we hopen dat de landelijke politiek onthouden heeft wat zij ons vorig jaar heeft beloofd. Er zijn immers nog vele extra miljarden nodig o.a. voor het bestrijden van de impact van corona, voor goed personeel en eigentijdse frisse en schone gebouwen. 

Vele kleine Oetels herrijzen nu gelukkig weer uit het Oeteldonkse moeras. Luid horen we het kwekfestijn van een grote groep kinderen die de afgelopen tijd kopje onder is gegaan. Schrijnende situaties achter de voordeur, eenzaamheid, depressie en verveling, geen aandacht of hulp, etc. Praten over grote thema’s als armoedebestrijding, gelijke kansen of preventieve jeugdzorg is vooral nog veel beleidsmatig gekwaak. Straks niet meer, want carnaval in Oeteldonk is het feest van de inclusie; iedereen kan en mag naar vermogen meedoen ongeacht leeftijd, seksuele gerichtheid, levens- of politieke overtuiging, ras, geslacht, afkomst, handicap, etc. In de pedagogische polonaise van het leven is er plaats voor iedereen. 

Geen polonaise zonder ‘meer muziek in de klas’. Ruim 60 meziekskes zorgen de komende dagen voor de nodige ammezuur. Het is tijd voor ‘de liefde en de gein’. Even geen zorgen om de ‘poen of het sjacherijn’. Samen in polonaise de nodige pedagogische inspiratie opdoen voor de rest van het schooljaar dat is het devies. Trek je kiel aan, geef een rondje, vorm een polonaise en zing daarna uit volle borst het Oeteldonks volkslied … En eens in ’t jaar met Carnaval, viert men met zang en glas een jolig, prettig narrenfeest … Dan heerst er vreugde overal naar lichaam en naar geest …

Houdoe … en da ge bedankt zijt da witte ….

Deze column downloaden >>>